de dieperik ingaan 1.0
((vooral) in België)
ten onder gaan; failliet gaan; ophouden te bestaan
Algemene voorbeelden
Tung Chee-hwa werd in 1937 in Shanghai geboren [...]. Hij kreeg machtige vrienden [...]. Tung kon op die vrienden en hun connecties rekenen toen zijn onderneming in 1986 de dieperik inging. Hij bekende [...] onlangs dat de Chinezen toen via de Bank of China financieel bijsprongen om zijn imperium te redden.
Als we met zijn allen geloven dat duivensport de dieperik in gaat zal dat ook gebeuren.